19 februari 1675, Rome, Coenraad Ruysch
s’ Avonts hielt mij Nieuwburch den ganschen tijt geselscap, doch wij speelden den stommen bevaert, alsoo ick continueel screef en sijn edelheid in mijne manuscripten van de politique saeken van Romen lesende den tijt door bracht.
Coenraad Ruysch en zijn vriend Nieuwburch bleven op 19 februari een avondje thuis om te studeren. Coenraad schreef brieven en vervorderde zijn journaal, Nieuwburch las over het bestuur van Rome.