28 februari 1657, Parijs, Philips en François de Zoete van Laecke
De 28ste wandelden we in de Tuilerieën. Het is de tuin van het Louvre, waarover we hebben gesproken. Er is ongetwijfeld iets heel magnifieks, groots en buitengewoons, maar het is van een schoonheid die geheel anders is dan die van Luxembourg, die moderner, netter en georganiseerder met meer kunst, terwijl er hier iets woesters en landelijkers is. De lange oprijlaan is prachtig vanwege de schoonheid van de bomen die het omringen en de grote schaduw die ze veroorzaken.
Le 28e, nous fusmes à la pourmenade aux Thuileries; c’est le jardin du Louvre dont nous avond desia parlé. Il y a sans doute quelque chose de tout à fait magnifique, grand et extraordinaire; mais il est d’une beauté entierement differente de celle du Luxembourg, qui est plus à la moderne, mieux compassée et disposée avec plus d’art, au lieu qu’en celui-cy on voit quelque chose de plus sauvage et de plus champestre. La grande allée est merveilleuse pour la hauteur des arbres qui la forment et la grande ombre qu’ils causent.
Op 28 februari 1657 maakten de gebroeders De Zoete van Laecke een lange wandeling door de Tuilerieën. Ze hadden Parijs al bestudeerd en concludeerden dat het Jardin du Luxembourg hun waardering meer kon dragen, omdat het strakker en ordentelijker was.