25 maart 1652, Londen, Lodewijk Huygens
Als wij onse degens weder gekregen hadden, brachten sij ons om een schoone Leeuw, P. Charles, geheten, met een Luijpaert, een tijgert en noch eenighe andere beesten te sien. Ick vraeghde of t’ waer was dat men mij in den Haegh vertelt hadde en gansch Engeland door geweest was, hoe dese Leeuw, een neusdoeck toegeworpen sijde met bloet daer aen van den onthoofden Coningh, daer sonderlinge teeckenen van kennis en liefde aen getoont hadde; doch sij ontkenden t’.
Na zijn bezoekje aan de Tower of Londen, werd Lodewijk Huygens naar de koninklijke dierenverblijven gebracht. Daar zag hij de leeuw van Karel I, die volgens de verhalen die hij in Nederland had gehoord, “sonderlinge teeckenen van kennis en liefde” had gegeven toen de oppassers een zakdoek in de kooi hadden gegooid met het bloed van de onthoofde koning.