27 april 1652, Dasing, Johannes Lieshoud
Ten 12 uren quamen in een slegt dorp genaamt Tossinge [Dasing]. Hier deden een slegt middagmaal want op de tafel daar wy aten stont een kop vol bloet want de man was gelaten. Terwyl wy aten wert de vrouw meede aan die tafel gelaten. Oock stonden er twee kinders aan een kaggel die seer schurft waren. Deze plesante gesigte deden ons de smaak van de eyeren overgaan.
Reizigers klaagden vaak over vieze en oncomfortabele herbergen, maar die van Johannes Lieshoud in het Duitse dorpje Dasing spande wel de kroon. Naast de kachel zaten twee kinderen met schurft. Aan het tafeltje naast hem werd iemand adergelaten.