“Een broodje ei, een pul bier en een aderlating, alstublieft.” Volgens Johannes Lieshoud kunnen lunch en operaties in het Duitse plaatsje Dasing prima samengaan:
Ten 12 uren quamen in een slegt dorp genaamt Tossinge (Dasing). Hier deden een slegt middagmaal want op de tafel daar wy aten stont een kop vol bloet want de man was gelaten. Terwyl wy aten wert de vrouw meede aan die tafel gelaten. Oock stonden er twee kinders aan een kaggel die seer schurft waren. Deze plesante gesigte deden ons de smaak van de eyeren overgaan […]
Johannes Lieshoud, 27 april 1652.