11 januari 1652, Londen, Lodewijk Huygens
Terwijl wij in de antichambre van den Raet stonden en wachten, liet Mr Peter aen eenighe van ons volck die te vooren hier noch niet geweest waren, een deel van Whithall sien; hij vraegde mij luijdop of ick een schilderij wilde sien, hoe de Coningh in dese selfde kamer geexamineert was; doch als wij daer na toegingen was de kamer aen slot.
Toen de Britse vorst Karel I in januari 1649 werd onthoofd en Cromwell het bestuur overnam, was Europa in shock. Ook in Nederland werden er aan de lopende band pamfletten geschreven over de koningsmoord. Drie jaar later bezocht Lodewijk Huygens Londen en zag hij overal nog herinneringen aan de vermoorde koning. Ook in Whitehall zelf was nog een portret van de vorst te vinden. Maar die kamer bleef voor hem op slot.