18 januari 1650, Genève, Constantijn Huygens jr.
Was tot Turentin daer de Comte de Seissel quam en nam sijn afscheit. Sij seiden hem dat Madame Winsot qualijck van haer reputatie gesproken had en geseght dat het van hem quam. Hij maeckte mij geweldich koele mine en seij me geen adieu, als aen de deur wesende dese woorden: Monsieur vostre tres-humble valet.
Constantijn Huygens jr. is in het verleden weleens verweten alleen maar oog te hebben gehad voor roddel en achterklap. J.A. Worp schreef bijvoorbeeld dat Huygens meer belang zag “in allerlei nesterijen” en “de chronique scandaleuse van zijn tijd”. In dat verwijt zit een kern van waarheid. Tijdens zijn wintermaanden verbleef de jonge reiziger in Genève, waar hij de plaatselijke bankiersfamilies leerden kennen, in een kleine romantische affaire verwikkeld raakte met ene Annelet en her en der ruziede met adelszoontjes. Waar dat geroddel en geruzie precies over ging, kunnen we, zoals hierboven te lezen is, niet altijd even makkelijk begrijpen.