24 januari 1652, Lodewijk Huygens, Londen
Als wij gegeten hadden gingen hier een kelder sien die remarquable was, voor eerst door een doode man die hier inde muer gemetselt was gevonden met sijn voeten inde stocks, daermen hier de misdaedighe in is gewoont te setten, en sijn handen met ijsere ketenen gebonden. Hij was daer uijt gehaeld niet boven 50 of 60 jaer geleden, so dat noch veel menschen leefden die daer bij geweest waren.
De Londense taveerne The Queen’s Arms had een bijzondere attractie. Nadat Lodewijk Huygens en zijn metgezellen het toetje ophadden (appeltjes met anijssuiker), doken zij de kelder in. Daar zagen ze een man die vijftig à zestig jaar eerder in de muur was gemetseld en tegenwoordig diende als toeristenattractie. Misschien had het lijk uitstaande schulden?