Genieten van een waterval – 7 maart

7 maart 1675, Tivoli, Coenraad Ruysch

Naer dat wij dit gedaen hadden, besaegen wij eerst de gereenomeerde waterval, die mij seer surpremeerde [verbaasde] en mij noch wonderlijker voor soude gekoomen sijn, hadde ick geen extraordinare fraeje in de Alpes gesien. De selve maeckt sulck geraes dat men den andere nauwelyckx verstaet en doet sulck een gewelt of sij heel de rots wech wilde neemen. t’ Waeter, benede koomende, maeckt een pueren roock door t’ breeken van dien. Selfs geeft het een groote windt. Hier dicht aen is noch een andere, die daer al willens geleijt is, doch is soo breedt niet, maer soo hooch en valt soo diep of die naer den afgrondt wilde, passeeren onder een groote rots door, soo als stondt en keeck naer benede. Het gadt daer dese cascade in wast, seijde ick dat het behoorden genoemt te werde ‘la bocca del’inferna’. Soo seijde een kerel dat ick t’ geraeden hadt, alsoo sij t’ anders geen naem gaven.

Op 7 maart 1675 maakte Coenraad Ruysch vanuit Rome een uitstapje naar de Tivolivallei. Vanwege de hoge watervallen werd dat ook wel de Valle dell’inferno genoemd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s