7 juni 1675, Florence, Coenraad Ruysch
Doch t’ raerste dat hier gebeurde, was dat even voor t’ eijnde de lamp uijtraeckte, daer mede ieder sijn rocken uijt, soo mij Stenone seijde, want ick het niet kost sien, en wel hartelijck haer Itaeliaensche vleesch gegeselt tot de tijdt doe dat op het geluijt van een scelletie ieder een weer op hielt en de lamp weer aen raeckte. Sommige sloegen met vuijste op haer borst of sij die om een duijt hadden en de paep die preeckte dat hij sweeten, denkende licht dat hoe hardt sij sloegen, t’ selve hem geen seer deedt, doch niemandt hadde het beter als de heer Burch en ick die ons geweldich verwonderden en te gelijck bedroefden over de blintheid van dese menschen.
Op 7 juni 1675 werd Coenraad Ruysch door de Florentijnse geleerde Niels Stensen meegenomen naar een mis. Nadat het licht was gedoofd, werden de katholieke kerkgangers in staat gesteld om boete te doen middels zelfkastijding. Ruysch zag het niet als een uiting van christelijke piëteit. Hij noemde de priesterlijke instructies schijnheilig en betreurde de “blintheid” van de penitenten