Bijna bekeerd – 18 augustus

18 augustus 1675, Florence, Coenraad Ruysch

Ick verheugde mij ten hoochste wanneer ick van dit mijn ongemack verlost was, doch t’ sceen dat mijn penitentie noch niet ten eijnde was, want wiert den 6en augusti wederom van een hevige koortse [overvallen] […], waer van ick soo swack wiert dat genootsaeckt was geheel het platte bedt te houden, kunnende soo lange nauwlijckx opsitten dat ick verbedt wiert, doch ben eijndelijck door Godts genaeden daervan geneesen. De heer Burch manqueerde niet in dese mijne sieckte daegelijcks mij te besoeken en meijnde mij wederom te koomen teemen, selfs Stenon eens te dien eynde mede brengende, doch alle discoursen bij mij gecoupeert [door mij afgekapt] werden die daer naer toe mochten gaen, hebben sij geoordeelt aen mij niet te toornen was, waerom Burch noijt als differente discourses tegens mij voerden en Stenon noijt weder keerden.

Tijdens zijn educatiereis naar Italië werd Coenraad Ruysch ernstig ziek. Hij leed aan dysenterie en werd wekenlang door een Florentijnse arts behandeld en ‘gepurgeerd’. Tijdens zijn ziektebed werd hij bezocht door de bekeerlingen Albert Burgh (1650-1708) en Niels Stensen (1638-1686)

Burgh, het zoontje van de ontvanger-generaal (c.q. hoge pief), was thuis in opspraak geraakt nadat hij zich in Italië tot het katholicisme had bekeerd. Zijn leermeester was de Deense wetenschapper Niels Stensen, lieveling aan het Medicihof, die enkele jaren eerder zelf ook was bekeerd. Vermanende brieven van Spinoza en van zijn voormalige hoogleraar theologie in Leiden mochten niet baten.

Burgh en Stensen kwamen op bezoek terwijl Ruysch zwak op bed lag. Dat was een potentieel gevaar. In de late zestiende en zeventiende eeuw werden ontluisterende geruchten verspreid dat protestantse jongeren aan het wankelen waren gebracht na uitgebreide discussies met katholieke priesters. Met name op hun ziekte- of sterfbed bleek bekering een verleiding. Die angst was niet ongegrond. De katholieke autoriteiten namen moedertaalsprekende missionarissen in dienst, doorgaans van jezuïtische stempel, om de noordelijke elite te bewerken.

Ruysch schreef dat hij de pogingen van Stensen wist af te kappen en liet zien dat aan zijn geloof niet te tornen viel.

 

rp-p-1896-a-19368-1876.jpg

Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Rijksmuseum: RP-P-1896-A-19368-1876.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s