5 september 1675, Florence, Coenraad Ruysch
[T]egens den avont met de heer Hooghenhouck en Vander Vin voorscreve voor de eerste mael een seekere vrucht eeten daer hier seer veel werck van gemaeckt wert, genaemt comcommeri, van gedaente als een ronde pompoen. Dese vrucht wert in t’ ijs geleijt om te doen bevriesen, is root van binnen en seer aengenaem smaeck, strekkende meer tot dranck als tot eeten om syn waeterachticheid. Oock suycht men het sap daer maer uijt en neemt men voort’ laets een glas Griexse wyn daer op om geen ongemack subjeckt te syn.
Sommige reizigers vertelden over de nieuwe gerechten die zij proefden, zoals Parijse macarons of Italiaans schaafijs. Onhandig pasta eten zoals Ingrid Bergman in Viaggio in Italia uit 1954 – aanrader! – was er helaas niet bij, maar soms schreef een reiziger over een bijzondere culinaire ervaring.
Coenraad Ruysch proefde een nieuwe vrucht, genaamd ‘comcommeri’. Lekker met een glas Griekse wijn. Ik heb even moeten zoeken, want komkommers zijn niet rond en hebben geen rood kleurtje. Het gaat om een vrucht uit dezelfde familie van cucurbitaceae: de meloen!