11 september 1649, Fontaine-de-Vaucluse, Constantijn Huygens jr.
Vertrocken smergens en quamen naedat wij eens de wegh verloren hadden te 9 uren te Vaucluse. Dit is een wonderlijcke plaets, leggende tusschen in groote en steile berghen. De fontein komt achter uijt een groot hol van een bergh daer het water nochtans schijnt in stil te staen en is groenachtich van couleur, ijskout en wonderlijck claer. Wat verder komen onder uijt de gront de sources van de Sorgue met groot gewelt en geraes, soodat het water op een plaets wel een half mensch dickte, een voet of twee hoogh opborlt. All dese sources te samen maken terstont een rivier die dertich passen vandaer navigabel is, en wonderlijck snel. Aen dese rivier op een rots, ontrent 50 of 60 voeten hoogh, staen de ruinen van het huijs van Petrarcha, daer niet af over en is dan weinich mueren waervan dit de rouwe grontteeckeningh is. Beneden aen den bergh staet het huijs van Laura en is een slecht vierkant huijsje met een plat daeckje, wesende jegenwoordich een papiermolen. Daer is oock de grotte van Petrarcha, dat een klein gaetjen is, in tween afgeschut en in de rots uijtgehouden omtrent 20 voet langh en 10 of 12 breedt. De berghen rontsom zijn geweldich hoogh en wonder om sien.
Tegenwoordig is het niet zo gek om in een grote stad een literaire tour van een populaire schrijver te maken, of dat nou een Dan Brown-speurtocht in Parijs is of een pittoreske wandeling in het Barcelona van Carlos Ruiz Zafón. Op de zeventiende-eeuwse educatiereis was dat alles voorbehouden aan de veertiende-eeuwse dichter Francesco Petrarca en zijn muze Laura. Harald Hendrix wijdde er een interest artikel aan.
Reizigers bezochten Petrarca’s graf in Avignon, zijn geboortstad Arezzo en zijn sterfplaats Arquà bij Padua. Huygens bezocht zijn huis in Fontaine-de-Vaucluse, gelegen aan de rivier Sorgue, waar hij naar verluid een romance had met zijn geliefde Laura. Hij maakte er tevens een tekening van.

Reisverslag van Constantijn Huygens jr., met plattegrond maar zonder duim.