16 september 1692, Weymouth, Jan Reeps
Den 16 dito, liet ick de hoofdbootsman en sijn maet, de timmerman en kock, voor de regters komen, die haer belasten na boort te gaen, op pene vande strop, soo ick over haer aende maijer klaegden, maer sij bleven weder aen lant, alsoo meer schult gemaekt hadden alsse konden betalen en wierden daer voor gehouden.
In 1692 ondernam Jan Reeps een expeditie naar Zuid-Amerika om in het Amazonegebied een plantage te stichten. Reeps Ongeluckige Reijse, na de Custe van America, ende Amasones liep – de titel zegt het al – uit op rampspoed. Reeps leed schipbreuk voor de kust van Brazilië en werd vier maanden lang gevangengehouden door Portugezen. Meteen al bij vertrek bleek de reis weinig goeds te voorspellen: zijn bootslui hadden in de havenstad Weymouth te veel (gok)schulden gemaakt om nog te mogen wegvaren.

De kop van Reeps reisverslag.