21 september 1654, nabij Longeray, Vincent Laurensz. van der Vinne
Over de bergh sijnde, komtmen aen Pond Desoule of Pont de Diable, dat is den Duyvels-burgh. Dese passaje is soo vreemt dat het noulijcks te beschrijven is, want een revier, ick meen de Roon [la Valsere], stort hier onder ‘tgeberchte en vertoont hem hier weder tusschen steijle rotsen daer se met groot gedruijs al schuijmende door slingert, daermen van d’eene rots op d’ander stappen moet en sijn sommighe soo wijt dat qualijck te over stappen sijn en soo diep om neer te sien dat het wel tien piecken diep lijckt, soo dat dit een weg is die van 100 niet een en wert gebruijckt. Want daer is een ander weg bequaem voor paerden, meul esels, etc., doch wel 3 uren om, die altijt gebruijckt wert, en ick alst weer beurden oock kiesen sou.
Om tijd te besparen besloot Vincent Laurensz. van der Vinne een afkorting te nemen via de Pont des Oulles, de brug iets ten zuiden van Genève die in de volksmond ook wel de Duivelsbrug werd genoemd. Hij was onder de indruk van de schuimkoppen en het lawaai en zou een volgende keer voor de lange weg kiezen.