24 september 1652, tussen Passignano sul Trasimeno en Arezzo, Johannes Lieshoud
Den 24 dito smorgens ten 5 uren reeden neffens de mueren van de stadt Monte Colognie, toebehoorende den Cardinaal Barbarini en den berg af reydende soo quamen wy ten 8 uren door een kleyn steetje genaamt Passinjano, geleegen aan een groot lack ofte meer. Dit Lack wiert voortyds Trasimene genoemt, befaamt wegens de fictorie van Anibal en de neder laage van de roomynen. Het wert heedendaags genoemt het lack van Perugia. […] Aressa is een seer oude stadt. De inwoonders van dese stadt Contribueeren tot de uyt rustinge van de vloot daar Schipio meede naar Africa voer tegen de Cartageneese; drie maal hondert duysent Schudi ofte ducatons, nog veel hellemets en andere Romynse waapenen. Ook een groote party koorn. Sy heeft in verschijde teyden veel onrusten moeten uytstaan, dog onder den groothertoog Colsemus heeft se weder begonnen op te luyken.
Bij zijn bezoek aan Perugia en Arezzo had Johannes Lieshoud kennelijk zijn geschiedenislessen over de Punische Oorlogen paraat. Bij het Lago Trasimeno verwees hij naar Hannibal en bij Arezzo schreef hij over de vloot van Scipio die tijdens de Tweede Punische Oorlog (218-201) tegen Carthago streed.

Hannibal vechtend tegen Scipio, Heinrich Aldegrever, 1538. Rijksmuseum: RP-P-OB-2688.