Ik vertelde al eens eerder over geheimtaal in reisverslagen, waarmee jonge reizigers als Constantijn Huygens Jr. en Arnout Hellemans Hooft stiekem konden schrijven over hun prostitueebezoek. Een code was voldoende om op latere leeftijd mooie herinneringen op te roepen en verminderde het risico om bij thuiskomt een klap om de oren te krijgen. In het reisverslag van Coenraad Ruysch komt een vergelijkbare code voor, al lijkt het iets subtieler. Na de dagbeschrijving van 1 januari 1675 staat er een geheimzinnig teken. Was Coenraad opeens geïnteresseerd in astronomie? Of gaat het hier toch om meer wereldlijke zaken?